Warm en herfstig vandaag. Het groen verkleurt voorzichtig naar bruin. Net als ik. De zomer achter me – en alle seizoenen die ik eerder leefde – een soort droom. Een vage reeks van dingen waar ik bij was en tegelijkertijd ook niet. Toen intens en nu verflauwd tot een herinnering die onscherp is en onzeker. Een sprinkhaan landt op mijn knie en springt weer weg als mijn wijsvinger hem raakt. Ik fantaseer dat ik een sprinkhaan ben en op mijn reis grote stukken oversla. Geen aarde voel, maar geniet van de sprong, het zweven, de wind langs mijn huid en een landing op een onverwachte plek. Of dat ik een steen ben, afgeschoten met een katapult en na een harde landing wacht op weer een kind dat zin heeft om me weg te schieten, weg te gooien of in zijn broekzak mee te nemen. In de nazomerzon zit ik en mijmer.
Categorieën