De kerkklokken in het dorp luiden. Eerst voorzichtig, dan sterk en regelmatig. Het is een paar minuten voor twaalf. Ik zit op een terras dat uitkijkt over een natuurgebied en luister. Op het dorp waar ik opgroeide, konden de oude mensen aan de klokken horen of er iemand geboren was of overleden en of het om een man ging of een vrouw. En sinds mijn vader dood is en we de klokken voor hem lieten luiden – ik luisterde naast de kerk onder de toren en liet het dreunen alles wat ik voelde overstemmen – zorgen de zware klanken altijd voor verstilling. Achter de naastgelegen schaapskooi huilt een hond. Als de klokken na een paar minuten zwijgen, wordt ook de hond weer stil. Het terras roezemoest ondertussen gewoon door. De mensen aan de tafel naast me maken een groepsselfie. Een van hen telt af. Op drie lachen ze vrolijk naar de camera.
Categorieën